Dorn-Methode

De Dorn-Methode vindt zijn oorsprong in Duitsland. Daar is het reeds een wijdverbreide en bewezen behandelwijze. Het is een vriendelijke en zachte methode waarmee gewrichten en wervels kunnen worden gecorrigeerd in de beweging. Het is bij uitstek geschikt voor mensen die niet “gekraakt” willen of kunnen worden.

Ze kan gebruikt worden bij ziektes, die direct of indirect samenhangen met de wervelkolom. De Dorn-Methode is vrij van ongewenste bijwerkingen, ongevaarlijk maar zeer werkzaam.

De basis van de Dorn-Methode is altijd de correctie van het beenlengteverschil. Bijna iedereen heeft een beenlengteverschil. Wel hebben we even lange benen, alleen daar waar het been langer lijkt, is er meer ruimte in het heupgewricht. Bij uitzondering is het beenlengteverschil het gevolg van een operatie of geboorteproblemen.

De benen zijn de steunpilaren van ons bekken. Als deze pilaren ongelijk lang zijn, staat ook het bekken scheef: bekkenscheefstand! Dit veelvoorkomende probleem moet verholpen worden, omdat het anders voor veel problemen gaat zorgen. Het leidt vaak tot heiligbeenverschuivingen (daarop staat de wervelkolom) en veel chronische problemen: scoliose, lage rugklachten, heupklachten, kniepijn, voetproblemen en nekklachten.

Meestal krijgt u dan te horen: uw been is te kort, doe maar een verhoging onder je schoen. Echter dit stabiliseert de bekkenscheefstand, die later tot enorme heup en lage rugklachten kan leiden. Het lange been moet korter gemaakt worden. Door de Dorn-Methode kan iedereen zijn benen op gelijke lengte houden.

 

dorn1                                                  dorn